Knack Magazine
In de trechter van het onderzoek
Er is maar één manier voor farmabedrijven om tot nieuwe producten te komen en dat is door aan doorgedreven onderzoek en ontwikkeling te doen. België is bovendien een goed land om in deze branche te vertoeven en telt dan ook een bovengemiddeld aantal farmaceutische ondernemingen. Wij gingen bij een van hen ons licht opsteken.
Elke dag worden er vanuit België voor ongeveer 230 miljoen euro aan farmaceutische producten uitgevoerd, een enorme hoeveelheid die nog maar eens het belangvan de sector voor ons land onderstreept. Een deel daarvan komt van bij Oystershell, een Gentse ontwikkelaar van ‘over the counter’-producten zoals luizenshampoo, pennen om wratten te bevriezen en medische hulpmiddelen tegen schimmelnagel. “België heeft een paar stevige troeven”, zegt Head of R&D Laurens De Schepper. “Het hoge niveau van onze universiteiten is er daar een van, maar ook het feit dat (bio)farma een sector is die door onze overheden goed gesteund wordt met subsidies en innovatiepremies. Daarnaast is er ook nog onze centrale ligging in Europa, wat uitvoer vereenvoudigt en maakt dat we gemakkelijk kunnen werken met subcontractors die bijvoorbeeld productiecapaciteit aanbieden. Tot slot is er ook nog een levendige farmascene in België met heel veel incubators, spin- offs en netwerkevents die kruisbestuivingen mogelijk maken.”
CEO Mike Van Ganse noemt R&D onomwonden een kerntaak van zijn bedrijf. De ideeën voor nieuwe producten kunnen van overal komen, zegt hij. “Vaak komen die intern bij ons bovendrijven, maar evengoed zijn het klanten die met interessante voorstellen komen. De eerste vraag die we onszelf echter altijd stellen is: ‘Is er voor dit product een onvervulde behoefte bij de consument of patiënt? Hoe behandelt de consument vandaag zijn gezondheidsprobleem en wat zou de behandeling kunnen verbeteren? Dat kunnen tal van zaken zijn, zoals de effectiviteit van het product, de snelheid, minder nevenwerkingen, makkelijker in gebruik… Er is dus van bij het begin een nauwe samenwerking tussen ons R&D-team en ons marketing- en verkoopteam.”
In de volgende fases worden er enkele fundamentele lijnen uitgezet en onderbouwd. De Schepper somt op: “Welke claims kunnen we met dit product hard maken? Wat zijn de regulatoire vereisten? Wat is het potentieel van het middel? Welke ontwikkelingsstrategie gaan we volgen? Dit alles vereist een uitstekende samenwerking tussen alle departementen, dus naast R&D en commercieel, ook supply, regulatory, quality en finance. Daar ligt de basis van een business case die we aan ons executive committee presenteren. Die leggen ons dan het vuur aan de schenen, een beetje zoals in het tv-programma Leeuwenkuil (lacht). Hoe zit het met de risico’s? Welke budgetten zijn er nodig? Wie is de klant? Pas als we dat stadium voorbij zijn, gaan we bijvoorbeeld op zoek naar subcontractors.”
Hoe verder in de trechter, hoe meer R&D het roer overgeeft aan de operationele mensen en hoe dichter Oystershell bij een lancering zit. “Hoe lang dit allemaal duurt hangt af van product tot product, maar als je een medical device ontwikkelt, zoals onze wrattenpen, mag je toch op drie à vier jaar rekenen”, zegt Van Ganse. “Ook de overheid moet je dossier grondig checken en goedkeuren voor je op de markt mag komen, dat kost veel tijd.”
De Schepper gaf al aan dat subcontractors in dit proces een belangrijke rol spelen, maar benadrukt ook dat Oystershell gedurende heel de ontwikkelingsfase de uiteindelijke belissingen blijft nemen. “Bij de ontwikkeling van de wrattenpen hebben we met zeer gespecialiseerde contractors samengewerkt om bepaalde onderdelen voor ons te ontwikkelen. Maar wij managen en betalen hen en nemen ook het intellectuele eigendom en alle patenten op ons. Dat is toch ook een beetje beroepsfierheid
Dit principe werkt trouwens ook in de andere richting. “Wij hebben zelf twee business units”, legt Van Ganse uit. “Eentje waar we producten maken voor onze eigen merken die we zelf op de markt brengen. En een andere waarin we ontwikkeling doen voor zogenoemde ‘brands of partners’. In dat laatste geval werken we met licenties en supply-overeenkomsten.”
Zoals De Schepper en Van Ganse het uitleggen, lijkt R&D een vrij gemakkelijke business. Maar schijnt bedriegt, zegt De Schepper. “In de wereld van consumer health start alles bij een innovatief idee gevolgd door een plan voor de ontwikkeling van een nieuw product. Goed projectmanagement en teamwork maximaliseren de kans op succes. Je moet eerst iets maken dat een onvervulde behoefte vervult, het moet goed werken, het moet een veilig product zijn en het moet ook nog eens gebruiksvriendelijk zijn. En dat alles moet dan ook nog eens in een zeer streng regulatoir kader passen. Dus nee, R&D is niet zo gemakkelijk als het lijkt (lacht).”
“Daarom ook dat onze researchstrategie zo belangrijk is en zo agile mogelijk is opgebouwd”, vult Van Ganse aan. “Wij hebben een historiek bij het ontwikkelen van complexe innovatieve producten die we tot een goed einde hebben kunnen brengen. Dat heeft veel ervaring opgeleverd om toekomstige innovaties te kunnen tackelen.”